Viola arvensis - Akkerviooltje
Viooltjesfamilie - Violaceae
|
Bijenplant, hommelplant, drachtplant |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: april - oktober |
Bloem: bleekgeel |
Blad: onderste bladen min of meer rond, de bovenste langwerpig. |
Vrucht: doosvrucht |
Hoogte/lengte: 0,1-0,2 |
|
Foto links: Wikipedia Commons |
|
Eigen foto's zijn gepland voor 2016 |
|
|
|
|
Milieu: vochtige tot iets droge, matig voedselrijke, zandige en lemige bodems; in akkers, tuinen en open bermen, op braakliggende terreinen, spoorwegterreinen, in geschoffelde stadsplantsoenen en tussen plaveisel; zonnig. |
Verspreiding in Nederland: in zand-, leem- en bosgebieden vrij algemeen. |
Toepassing: akkerranden |
Beheer: bodem open houden |
Wilde solitaire bijen: |
|
Gewone dwergzandbij |
Andrena minutula) |
Westrich, 1989. |
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 1. |
|
(Bron- Links plaat: Flora Batavia Jan Kops et al.; rechts: Flora Danica, Georg Christian Oeder et al. (1761-1883) |
|
|
Akkerviooltje langs een akkerrand |
|
|
Opengesprongen zaaddoos |
|
|